top of page
  • Facebook
  • Instagram

#RW22!

Ik tel af. Een hele week, zelfs de dagen voor deze week. Rock Werchter, ik was er meer dan vijfentwintig jaar geleden. Ik moet in mijn geheugen graven om me de laatste keer te herinneren. Maar Pearl Jam wil ik niet voorbij laten gaan. Mijn ticket zit in mijn mailbox sinds december 2019. Eddie Vedder verpakt als kerstbal.


Ik maak me een minuscuul beetje zorgen over hoe ik me de dag na het concert zal voelen, wanneer de wekker afgaat om 06.00u. Maar ik hoor dat Fil, mijn collega dezelfde stunt gaat uithalen. Hij vertrekt ook donderdag na het werk, om vrijdag weer fris en monter op kantoor te verschijnen. Toegegeven, hij is bijna dertig jaar jonger en zal iets vlotter recupereren.


Maar ik weet uit ervaring, dat een geroutineerde doos als ik, nog best veel uit haar mouw kan schudden. Dus ik maak de klik in mijn hoofd. Ik sluit om twee voor zes alle programma's op mijn computer. Zet mijn collega Joke nog snel af bij de bushalte. Het is geen weer om haar met de step door te laten rijden, het giet.


Het speciale RW weerbericht laat weten dat dit de laatste buien zullen zijn. Met een beetje geluk is het droog tegen dat wij aankomen. Veel modder om door te dabberen, maar geen nat op ons lijf. Ik ben nog maar net thuis, of Erik zegt al dat ik moet voortmaken. Mijn broer pikt ons zo op. Ik gooi de spullen van Julie's lijstje in een zak. Trek een short aan, een hemd dat vuil (lees vol modder) mag worden en mijn speciale gummie-bottines.


Geen lange broek. Beter modder op mijn blote benen, dan een vuile, plakkende jeans die niet droogt. Voor Julie heb ik een extra warme slaapzak mee, haar Birckenstocks, een bikinitop en een nieuwe bus shampoo. De oude bus heeft ze bij de eerste keer douchen al achtergelaten. Ze is voorzien op alle weersomstandigheden en ziet er tegelijkertijd adembenemend en festival-proof uit.


Ik check onderweg nog drie keer de buienradar. Het gaat werkelijk lukken. Het zal droog zijn wanneer we aankomen. We zetten de auto op parking C16. Mijn broer is blij met zijn winterbanden. Ik ook. De auto beweegt van links naar rechts, wanneer we de wei op rijden. Mijn gummielaarzen bewijzen meteen hun kwaliteit. We stappen en masse op de harmonicabus. Bij elke bocht leun ik tegen de plooiwand.


Twintig meter volgeladen met RW-enthousiasts van alle leeftijden. We stappen uit aan een rond punt en wandelen Werchter binnen. Ik ga onderweg in een toiletdoos. Wat moet, moet. Ik ga er ook van uit, dat dit soort faciliteiten er in de loop van de avond niet netter op zullen worden. Het hoort erbij.


Ik herinner me het dorp van vroeger. Het is anders, leger, minder uitnodigend. Toen begon het festival in de straten en het duurde er voort. We lopen de brug over, waar we ooit nog tickets kochten of verkochten. Julie staat ons op te wachten. Ze leeft nog. Ze hebben in hun tent door de gietende regen geslapen. De extra slaapzak moet voor wat meer warmte zorgen 's nachts.


We gaan in de file staan en splitsen op : ik aan de rij voor de dagtickets, Erik en mijn broer bij de combi-crowd. De polsbandjes voor dagtoeristen zijn op. Ik moet met mijn gezelschap naar de enige andere rij voor een dagpas. Ik steek stiekem voor.


Eindelijk, vijfentwintig jaar na datum en mƩt Pearl Jam als headliner! Het is zover. We zorgen eerst voor een bodem festivalvoedsel. Griet geeft me een pintje. Mijn broer heeft Sonja ondertussen ook in een droge, warme trui gestoken. Haar lippen zijn blauw. Zij is nat geworden tot op haar vel.


The War on Drugs speelt op de main stage. Erik geeft me een rondleiding. Bomen zijn verplaatst geworden. Pintjes komt nu uit een soort uier-bier-systeem. Er zijn clubs waar party-people met cocktails op een dj-set staan te dansen. Ik ontdek een hele wereld aan ander eten dan hamburgers en friet.


Maar de onderliggende vibe is gebleven : muziek en plezier maken met oude en nieuwe vrienden. We gaan terug naar toog 15. Alleen op festivals smaakt er niets beter dan bier uit plastiek. We wriemelen meer naar voor. Ik wil het podium kunnen zien bij Pearl Jam, niet alleen de grote schermen.


Sinds wanneer ben ik zo klein geworden? We staan strategisch. Ik achter kleine mensjes met volledig zicht op de main stage. Het is ondertussen zwart buiten. Ik leg een dubbele knoop in de trui rond mijn middel. Ik weet dat ik ga dansen en springen. De lichten gaan aan, de massa wordt luid. De eerste tonen klinken.


Van waar ik sta, zie ik geen leeftijd. Maar op het grote scherm blinkt Eddie Vedder. Op de ƩƩn of andere manier was hij in mijn hoofd, met herinneringen van vijfentwintig jaar geleden, niet ouder geworden. Ik bekijk mijn blote benen en gummiebotten en bedenk dat we de tand des tijds goed doorstaan hebben. Een straffe generatie.


Twee grote jongens komen voor mij staan. Ik wissel af op de tippen van mijn tenen, maar het haalt niet uit. Ik twijfel een seconde, maar dan tik ik op hun schouder. Of zij het erg vinden, wanneer ik vóór hun kom staan. Zij kijken van boven naar beneden en zeggen lachend : 'Tuurlijk niet'. Ik voel me een mini-mensje.


Maar ik sta perfect. Ik heb een vierkante meter ruimte om te dansen. Ik brul de longen uit mijn lijf. Erik is altijd de meer kritische luisteraar. Ik geef volle gas : ik spring, steek mijn armen in de lucht. Mijn stem slaat over bij de oude nummers. Dit had ik niet willen missen. Het is live herbeleven van oude, onvergetelijke herinneringen.


Mijn lichaam en stembanden gaan tot op de bodem. Na afloop voelen mijn benen als elastiek : trillend en zwevend tegelijkertijd. We hebben met mijn broer en Sonja afgesproken aan het ronde punt, waar de bus ons een paar uur geleden heeft afgezet. Mijn benen wandelen in een automatisme.


Een jongen herleeft zijn eerste dag Werchter in bijzondere bewegingen in het gangpad op de bus. Hij fluistert iets mijn oor. Ik weet niet of ik hem niet goed hoor, of dat het gewoon onverstaanbaar is. Het meisje met het fluo-hesje en stok raadt ons aan gas te geven. En het modderparcours om van de parking te geraken in ƩƩn keer te nemen. Zonder stoppen. Anders zouden we vast komen te zitten. We zijn opnieuw heel blij met onze winterbanden begin juli.


Ik voel dat mijn lijf alle adrenaline kwijt begint te raken. 03.15u en we zijn thuis. Ik duik in bed, zet mijn wekker om 06.00u en val als een blok in slaap. #RW22! je was geweldig.


Vrijdag 16.30u, mijn pijp is uit. Mijn hersenen zijn dood. Ik zet mijn computer af. De borrel na het werk is gevuld met onzinnige humor. ƉƩn avond ben ik blij dat ik in mijn bed slaap, braaf en normaal. Ik ga zondag op wedstrijd met Marie. Wanneer in de loop van de dag Erik's filmpjes vanop Werchter beginnen binnen te komen, vind ik dat ik er volgend jaar opnieuw bij moet zijn.


Erik stuurt een bericht, dat de weersomstandigheden niet goed genoeg zijn om naar huis te komen. Codetaal om te zeggen dat de zon stralend is en hij pintjes gedronken heeft. Slapen in een camionette op een luchtmatras : elke gelegenheid heeft zijn eigen luxueuze verblijf.








Recente blogposts

Alles weergeven

Opmerkingen


bottom of page