top of page
  • Facebook
  • Instagram

Soms is het gewoon wachten.

Hoe mijn weekend geweest is? Eerlijk?


Vrijdagochtend, iets voor acht. Ik rijd op mijn fiets door het bos. Ik ben wat te laat vertrokken. Nog snel de was opgehangen, terug naar binnen en naar boven om een trui te halen. Blote armen is te koud. Door het bos is exact acht minuten sneller dan mijn standaard route. Door het bos wil zeggen dat het opstuivend zand tegen mijn benen plakt. Dat ik mijn mond dicht moet houden, omdat er anders beesten invliegen.


Mijn gsm rinkelt : Inez. Ik zet mijn snelheid wat lager, het geluid op speaker. Of we morgenavond iets te doen hebben? Ik versta iets van Oosterwijk, denk ik, concert, eten en Alma. Ik ben vrij. Ik twijfel even of we de extra activiteit erbij zullen nemen, want zondag staat ook al ingevuld. Maar uiteindelijk, we leven maar ƩƩn keer. En last minute dates zijn de zaligste momenten.


Zaterdag vier uur, ik haast me van het werk naar huis. Ik weet dat Inez op tijd is. Ik moet nog douchen, weer was op hangen, de bloempotten buiten water geven. Want dat ben ik de voorbije twee dagen vergeten. Ze laten ostentatief hun koppen en bladeren hangen. Ik wil mijn poezenkleed aantrekken, maar dat hangt nog bij mami. Gelukkig heb ik een reserve bijenjurk. Ik trek geen hakken aan, want ik weet niet waar we zullen parkeren. En verder dan twintig meter kan ik op hakken niet lopen. Bovendien is er sprake van een concert, dus indien nodig, moet ik kunnen springen en dansen.


Inez loopt iets voor zes onze tuin in. Oosterwijk blijkt Oisterwijk en ligt voorbij Tilburg. Vijfenveertig minuten later rijden we een betoverende gemeente binnen. Inez palmt de laatste vrije parkeerplaats in, recht voor de feestgelegenheid. Ik zou dit op hakken gelopen kunnen hebben. Het concert blijkt een volksfeest te zijn, met alle restaurants en bistro's op een rij. Honderd tafels, feestelijk gedekt. Mooi geklede inwoners en feestvierders die elkaar zoenen en hartelijk welkom heten. Wij krijgen een tafeltje bij Alma, heerlijk vooraan.


Met een schitterend zicht op het grote scherm. Stilaan begin ik de opzet van de avond te begrijpen. Achter onze Bourgondische rij van eetgelegenheden ligt een plein, met daarop een podium en rijen van meterslange wit gedekte tafels. Alle stoelen getooid met genieters. Wij volgen de optredens in live stream op het scherm, terwijl we het ene heerlijke gerecht na het andere gepresenteerd krijgen. Tussen de gangen door en met een hap in onze mond zingen we mee met golden oldies. Een performance an Oisterwijkers en bekende Nederlanders. We zwaaien onze servetten in de lucht.


De avond voelt ultiem zomers, als zomaar vakantie op een zaterdagavond. Ik maak plannen om volgend jaar terug te komen. Dan wil ik aan de lange witte tafels zitten en luidkeels meezingen met de hits van AndrƩ Hazes. Ik wil dansen op Tina Turner. Rond middernacht stappen we in de auto. We laten de after-party aan ons voorbij gaan. Misschien volgend jaar. Rond ƩƩn uur draait Inez onze oprit op. We zeggen dankjewel met dikke zoenen en vallen in bed. Dankjewel Inez. Morgen is er opnieuw een dag.


Zondagochtend, ik heb als een betonblok geslapen. Zo murw als een pier. Ik rol uit bed en zet mijn ochtend in een spurt. Was ophangen, was insteken. Hier lijkt nooit een einde aan de te komen. Ik laad een weekvoorraad aan boodschappen in mijn kar. Mijn routine op zondagochtend. Dan zijn we hier meteen ook weer vanaf. Ik geef mijn potten en planten weer het broodnodige drinken. Ik douche en strijk mijn kleed met stikvervelende volants. Om zot van te worden. Ergens tussendoor ontbijten we.


Ik sta klaar om vijf voor twee. De bel gaat. Zonder enige schroom vlieg ik Jolanda en Dirk in de armen. Het is veel te lang geleden. Het lijkt een eeuwigheid. We gaan op stap in Antwerpen, naar het Eilandje. Onze woorden rollen over onze lippen. Een stortvloed van teveel te vertellen verhalen. Onze jongens doen hun best om er af en toe een letter tussen te krijgen. De zon staat in de lucht, opnieuw een vakantiedag.


Dirk parkeert bij het Pomphuis. We wandelen langs de dokken richting MAS. Ik bewonder Jolanda's hakjes, tikkend op de kasseien en afgewerkt met schitterend fluo geel. En ben blij met mijn platte zwarte sandalen. We lopen per vier, per twee. Gebouwen en architectuur bewonderend of verafschuwend. De gesprekken springen van de hak op de tak. We moeten een stuk terug en omwandelen, omdat hekken onze weg versperren. We krijgen al dorst.


We gaan zitten bij Fiskeskur. De tafels rond ons gedrapeerd met oesterschotels. Families met kinderen gekleed in wit linnen met krullenbollen en ballonnen. Erik bestelt een bier dat iets te maken heeft met een heilige. Het zit in een miniglaasje, zonder schuim, goudgeel van kleur. Hij had iets anders verwacht, meer in de richting van nat als door paters gebrouwen. We zitten op de eerste rij, met zonnebrillen op onze neus. We zwaaien naar de toeristen in hun bootjes.


We wandelen een stukje verder. Tweehonderd meter of zo. En passeren Bar Paniek. We twijfelen een seconde, maar zelfs voor ons is het wat teveel om meteen weer te gaan zitten. Hoewel het bier er hier wel uitziet als echt bier. Langs de dokken tot aan het MAS en richting Schelde. Jolanda en ik trekken foto's. Dirk vertelt over Antwerpen uit zijn jeugd. Hij is hier opgegroeid. Hij wijst naar de overkant, juist achter het strand van Sint Anneke en de jachtclub, waar zijn mama nu nog altijd woont. We klimmen over een kademuur, omdat de weg stopt.


Langs de oude havenkranen, zomerbars, Pampelonne tot aan Bocadero. De plafonds hangen vol rieten vlechtwerk. We kijken uit over de Schelde; De muziek is perfect. Ik drink rosƩ met ijsblokken terwijl de zon op mijn neus brandt. Erik en Dirk bestellen Omer. Echt bier, met schuim. De barman is heerlijk Engels en heel erg lief. Alweer zomaar een rasechte vakantiedag, midden in een weekend. Jolanda belt het Pomphuis om te zeggen dat we wat later zullen aankomen.


We hebben geen zin om ons tempo op te voeren. En willen nog langs het Droogdokkenpark, waar iedereen heerlijk ligt en hangt, bedwelmd door de warmte van de zon en Stormkop : 'soms is het gewoon wachten, tot de wind je vangt'. Zo voelt de dag : compleet ongedwongen, op het ritme van de zon. We doen niks bijzonders en tegelijkertijd alles wat goed voelt. We hebben geen vaste plannen, we gaan met de wind.


We zitten op het terras van het Pomphuis, op het bovenste gedeelte. Met zicht op de haven en Amadeus Silver, die zich kunstig tussen de kades manoeuvreert. We klinken op vriendschap, op een onvergetelijke dag en zien de zon ondergaan. De lichtjes van de windmolens knipperen rood tegen de avondlucht.


Bijna middernacht.


Dankjewel liefste Inez, dankjewel Jolanda en Dirk om zo'n onvoorstelbare vrienden te zijn.











Recente blogposts

Alles weergeven

Opmerkingen


bottom of page