Onvergetelijk Bouchet - deel 3, la fin
- annicklauwers

- 29 mei 2022
- 5 minuten om te lezen
Het is bijna surreëel, honderden woorden over eten, drinken en niets meer dan gewoon samenzijn. Ik dacht eerst de volle vier dagen samen te vatten in één enkele blog, als een soort bacchanaal. Maar dan zou het echte verhaal verloren gegaan zijn. Het is net het in elkaar vloeien van elk moment dat Bouchet maakt tot wat het is.
Zaterdag, marktdag in Sainte-Cécile-les-Vignes, we hebben afgesproken met Mieke en Ivo. Het dorp is overvol, de straten kleuren met mensen en marktkramen. Kleding, fruit, kaas, blinkend strijdend om de aandacht van de kuierende passanten. We ontmoeten elkaar voor de eerste keer. Zo gaat het hier, je moet elkaar niet kennen om af te spreken. We wandelen over de markt. Per twee, per drie, elkaar soms even uit het oog verliezend. De hemel is het volste blauw.
Het terras van le Café du Commerce is uitgebreid op het driehoekige plein er tegenover. Nog is er plaats te kort. De lucht staat dik van de gonzende stemmen. We ontdekken Stefaan aan een volle tafel, een mix van Belgen en autochtonen. Stoelen worden aangeschoven, extra glazen worden gehaald. Het is iets na twaalf en de zon straalt boven onze hoofden. De honden krijgen water. De gesprekken gaan links en rechts en steken schuin de tafel over. Xavier, de eigenaar van le Café, brengt ons een nieuwe fles rosé om te proeven.
Naast Stefaan staat een plastiek zak. Gevuld op de markt, met ons diner voor die avond. We blijven zitten, uren. De marktkramers ruimen op. We bestellen bij Xavier de allerlaatste tapa's. Hij is uitverkocht. De tafels rond ons worden opzij gezet. De lege stoelen gestapeld. Het is drie uur, ik heb mijn armen en gezicht ondertussen ingesmeerd. De kleine hond heeft zonnecrème op zijn roze neus gekregen. Stefaan nodigt Mieke en Ivo uit. Er zit voldoende voorraad in zijn tas. Ik twijfel of ik niet een avond thuis zal blijven. Lucht in mijn hoofd maken. Ik heb duizend indrukken die ik in letters wil gieten.
We zeggen elkaar tot ziens en dankjewel voor de fantastische middag. Liesje en ik wandelen met Pernod. Fred ligt aan het zwembad met zijn Historia. Misschien doet hij wel een oog dicht. Ik probeer te schrijven. Mijn hoofd zit te vol, een golvend zwembad met letters. Ik kan net zo goed mee gaan eten en de stapel herinneringen groter maken.
Stefaan is tijdelijke conciërge op een adembenemend domein, letterlijk uit een magazine. Je kent zeker het beeld uit die romantische film die zich afspeelt in Toscane of in de Provence, gevuld met liefde, gelach en vrienden. Dat zijn wij, dit is echt. Stefaan moet van alles één extra halen : een bord, een mes, een glas. Hij had me niet verwacht, gedacht dat ik in mijn schrijven zou duiken. De honden sluiten vriendschap, ze spelen tot we denken dat ze echt gaan doodvallen. Stefaan staat in zijn keuken. We mogen niet helpen. Het is het domein van een kok.
Wij zien de zon zakken achter de Mont Ventoux in de verte. Het is betoverend. Stefaan overtreft zichzelf. We voelen ons in een sterrenrestaurant. De schemering valt, de wind jaagt ons binnen, zijn snelheden meer dan negentig kilometer per uur. Mieke installeert haar muziek op de box. Het is alsof we elkaar altijd gekend hebben. Het lijkt een misdaad elkaar vaarwel te zeggen. Onze ogen vallen dicht. We zijn even uitgeteld als Pernod.
Het is de vierde dag. De laatste volle dag. We reserveren al 's ochtends onze lunch in de bistro. Het is tijd voor sightseeing, ouderwets toeren. Liesje en Fred tonen me met trots 'hun' Drôme Provencale, hun bistro's en wijndomeinen. We slurpen koffie en Perrier op een terras in Vinsobres. We klimmen naar boven, over blinkende kasseien tot aan de kerk. We kijken uit over een lappendeken van groenen en geel. Paars moet nog komen. We kiezen huizen, die we wel zouden willen.
De lunchtijd nadert. We hebben onze les geleerd en houden de klok in het oog. Zelfs met een reservering op onze naam, weten we dat we de tijd niet moeten rekken. Fred neemt toch nog een snelle omweg langs Venterol. Om de één of andere reden verwar ik de naam van dit dorp met Villedieu. Na Vinsobres een al even mooie naam om op onze landkaart te zetten. Ik snap waarom god zichzelf in deze streek een plaats heeft toegeëigend. Ik zou tevreden zijn met een klein huis, maar ik ben dan ook god niet.
We strijken op de valreep neer op het terras van de bistro. Ik geniet van met drie te zijn, vier Pernod meegeteld. Het lijkt alsof we de tijd even stil kunnen zetten. We rekken onze laatste lunch. Liesje heeft in de loop van onze toeristische route een bericht gekregen van Mieke en Geert, van La Gontarde. Of we deze namiddag niet even dag komen zeggen? Mieke en Ivo zijn er sowieso. Zij verblijven in de gite. Stefaan krijgt ook een uitnodiging, omdat hij er tijdens zijn maandenlange verblijf in Frankrijk nog niet in geslaagd is het domein te bezoeken. We zijn dus opnieuw voltallig.
Het is een oud en nieuw welkom van warme omhelzingen. We schuiven aan bij de grote tafel. Het is barbecue moment. Glazen vullen zich met rosé uit matwitte flessen. Ik deel één van mijn zonnebrillen met Mieke (ik heb er gelukkig altijd twee bij). Ik laat mijn gezelschap in de steek. Zij kunnen wel even zonder mij. Ik moet zwerven, het domein is onvoorstelbaar mooi. Mieke heeft het aangekleed met een stuk van haarzelf. La Gontarde is uniek, zoals ik het nog nooit heb gezien.
De uren schuiven voorbij, als de zeldzame wolk aan de blauwe hemel. We verplaatsen ons naar een ander terras, mee met de zon. We blijven deze keer niet als laatste. We moeten nog inpakken vanavond. Opruimen, het huis aan kant zetten, zodat het stil en mooi wacht op het volgende bezoek. Ik moet mijn short terug in mijn minivalies steken. We laten de rest van het gezelschap achter in de avondzon, met de innige belofte elkaar in België terug te zien.
Wij rijden terug naar Bouchet. Françoise’s gevulde pot en tinnen schotel wachten op ons. Ik hoop dat ik haar naam goed onthouden heb. Zij woont schuin rechts, vanop ons terras gezien en staat erop voor ons als afscheid te koken. De asperges die we haar deze ochtend op de markt zagen kopen, zijn omgetoverd tot soep en hamrolletjes. Zij ratelt haar frans. Wanneer we op het einde, de stukken die elk van ons begrijpt, samenvoegen, komen we tot een vrij behoorlijke samenvatting van haar verhaal. Bouchet kan niet anders, dan op deze bijzondere wijze, eindigen. We zitten met ons drie aan tafel, de deuren open naar de straat en eten.
Merci liefste vrienden voor de meest onwaarschijnlijk mooie dagen. Ik heb elke minuut met volle teugen genoten. Ik heb elke hand met liefde geschud, elke zoen met goesting gegeven. Later als we oud zijn, kunnen we deze dagen steeds opnieuw afspelen. Jullie zijn buitengewoon.
slurP tip : la douce France






















Opmerkingen